De raffinage-industrie streeft naar een realistische transitie naar klimaatneutraliteit
Een koolstofcirculaire en CO2-arme industrie in Vlaanderen tegen 2050 is door de ambitieuze timing een gigantische uitdaging, maar wel een die in nieuwe verkennende scenario’s theoretisch mogelijk blijkt. Dat staat te lezen in een uitgebreide studie uitgevoerd in opdracht van VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen. De Vlaamse industriesectoren steunen de Europese ambitie voor klimaatneutraliteit maar pleiten voor een coherent en haalbaar industrieel transitieprogramma met doelgerichte innovatie- en investeringssteun en toegang tot voldoende hoeveelheden betrouwbare en betaalbare klimaatvriendelijke energie.
In de analyse van de transitiepaden werd de focus gelegd op de industriële sectoren die de grootste impact op de CO2-reductie kunnen realiseren: de staal, chemie en raffinage. Deze drie sectoren spelen een bepalende rol in het realiseren van significante emissiereducties in de Vlaamse industrie.
De raffinage sector in de energietransitie
De haven van Antwerpen huisvest de grootste geïntegreerde raffinage en chemie cluster in Europa met een uitstekende positie op wereldwijde markten. De petroleumsector staat evenwel op een belangrijk kruispunt in de energietransitie en zal een centrale rol spelen in de productie van duurzamere brandstoffen voor het transport en grondstoffen voor de petrochemie. Ze zal hierbij geleidelijk aan fossiele producten vervangen door low-carbon en klimaatneutrale vloeibare brandstoffen en feedstocks. Ook de raffinaderijen zullen klimaatneutraal moeten worden. De VLAIO studie heeft mogelijke transitiepaden verkend om dit te bereiken.
Elektrificatie en duurzame waterstof zullen ongetwijfeld een centrale rol spelen in de decarbonisatie van de industrie. De raffinagesector is een natuurlijke partner in de productie van waterstof, dat reeds gebruikt wordt voor industriële toepassingen in de chemie- en raffinagesectoren, bijvoorbeeld voor de productie van ammoniak en aniline, of voor het kraken van ruwe aardolie en ontzwaveling van raffinageproducten. De laatste jaren komt waterstof steeds meer op de voorgrond als essentiële grondstof om koolstofintensieve sectoren zoals de raffinage-, chemie- en staalsector te decarboniseren.
Naast een toename van de elektrificatie en een verhoogde energie-efficiëntie, wordt de klimaatneutraliteit van onze sector ook mogelijk door een deel van de fossiele grondstoffen te vervangen door biomassa, door het inzetten van synthetisch gas als industriële brandstoffen en uiteindelijk het afvangen en stockage van residuele CO2.
Koolstof afvangen en hergebruiken is cruciale klimaattechnologie
Op technologisch vlak zijn de belangrijkste conclusies uit de studie dat er geen wonderoplossing bestaat en dat er nog veel onzekerheden zijn over welke technologieën uiteindelijk zullen doorbreken. Het is wel duidelijk dat in elk mogelijk scenario de grootschalige afvang van CO2 voor opslag (CCS, Carbon Capture and Storage) of hergebruik (CCU, Carbon Capture and Utilization) cruciaal is om significante emissiereducties te realiseren.
De opslag van CO2 of CCS dient daarbij als tijdelijke tussenstap naar CCU, of het hergebruik van CO2. Zo kan opgevangen koolstof ingezet worden in de productie van bijvoorbeeld ethanol of methanol, basismoleculen voor allerlei waardevolle toepassingen in de chemie-industrie of voor de productie van synthetische brandstoffen, die ingezet kunnen worden als brandstof ter vervanging van bestaande fossiele brandstoffen.
Nieuwe technologieen zullen dan ook verder moeten ontwikkeld worden om oplossingen te bieden die economsich en opschaalbaar zijn. Dit kan enkel gebeuren met een sterke R&D, nadien industriele demonstratie plants, en uiteindelijk implementatie projekten voor de rijpe technologieen.
Klimaatbeleid start bij ambitieus industriebeleid
De studie bevat dus geen kant-en-klare oplossingen, maar toont wel aan dat de industrie een bondgenoot is voor klimaatneutraliteit. De industriesectoren reiken daarom de hand aan de Vlaamse overheid om in nauwe samenwerking een industrieel transitieprogramma uit te werken met aandacht voor een adequate financiering van innovatie en infrastructuur. De industriële toepassing van nieuwe klimaattechnologieën vraagt ook om ondersteuning op lange termijn. De noodzakelijke innovaties zitten nog volop in de ontwikkelingsfase, waarbij het lang niet zeker is of ze effectief toepasbaar en economisch haalbaar zijn. Het is daarom noodzakelijk om innovatiesteun te bieden voor strategisch basisonderzoek en risicovolle piloot- en demoprojecten.