Raffinage-industrie partner in de energietransitie: waterstof kan een belangrijke bijdrage leveren aan de vermindering van de CO2-uitstoot van de raffinagesector en van het transport

De raffinagesector is een van de grootste producenten en verbruikers van waterstof in Europa en in het bijzonder in België. Dit is vandaag hoofdzakelijk gebaseerd op reforming-technologieën (naphta reforming, steam methane reforming) die gebruik maken van fossiele grondstoffen (nafta, methaan of raffinaderijbrandstofgassen). Momenteel speelt waterstof een belangrijke rol in de omzettings-processen van raffinaderijen en draagt het bij tot het maken van producten die voldoen aan de gezondheids- en luchtkwaliteitseisen (ontzwaveling). Waterstof is ook nuttig voor de productie van smeermiddelen, chemische grondstoffen en biobrandstoffen (HVO[1]) uit duurzame grondstoffen op basis van biomassa. Deze laatste spelen een belangrijke rol in de energietransitie, met name omdat zij geen bijkomende investeringen vergen voor de energiegebruikers (kunnen worden gebruikt als "drop-in"-product in de huidige voertuigen).

Waterstof zal, naast andere emissie reducerende technologieën, een steeds grotere rol spelen bij het realiseren van de klimaatdoelstellingen, zoals opgenomen in de Europese Green Deal en benadrukt in de Europese Waterstofstrategie alsook in de beleidsverklaring van de Belgische federale regering.

Waterstof is van cruciaal belang voor de significante vermindering van de CO2-uitstoot. Zowel in de industriële sector, door de daling van de koolstofintensiteit van energie, als in de transport-sector, waar het laadvermogen en de afstand van belang is. Vooral in transportsectoren die moeilijker te decarboniseren zijn, zoals het zware vrachtvervoer, de scheep- en luchtvaart, waar hoge energiedichtheid een noodzakelijke vereiste is.

Industrieel perspectief
De productie van groene waterstof is rechtstreeks gekoppeld aan hernieuwbare elektriciteit, die met het oog op maximale energie-efficiëntie eerst aan het elektriciteitsnet moet worden geleverd voor directe elektrificatie. Een structureel overschot van hernieuwbare elektriciteit tegen 2030 in de EU en in België in het bijzonder is onwaarschijnlijk. Om de behoeften van de Belgische raffinaderijen met de productie van groene waterstof te voldoen zou vrijwel de volledige huidige Belgische offshore-elektriciteitscapaciteit nodig zijn. Groene waterstof zal naar verwachting vooral worden geproduceerd in landen waar zon, wind en land op grote schaal beschikbaar zijn met een productie van groene elektriciteit die de vraag van het net overtreft. Bijgevolg zal groene waterstof waarschijnlijk marginaal beschikbaar zijn in België en hoofdzakelijk worden geleverd via invoer van buiten Europa.

De omschakeling van de grote hoeveelheid "grijze" waterstof naar koolstofarme waterstof die door de Belgische industrie wordt geproduceerd en verbruikt, is dan ook van cruciaal belang en zal in de eerste plaats moeten worden gerealiseerd via CO2-afvang en -opslag (CCS) bij de productie-eenheden. De productie van waterstof via reforming in combinatie met CCS-technologie (de zogenaamde "blauwe waterstof") heeft een groot potentieel om in de industrie en de transportsector tot een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot te komen. De technologie bestaat en kan op grote schaal ingevoerd worden. Bovendien is de "blauwe" waterstof goedkoper dan het "groene" alternatief, zelfs op middellange termijn, zolang de kosten van grote hoeveelheden groene elektriciteit niet aanzienlijk dalen. Niettemin zal blauwe waterstof aanzienlijke kapitaalinvesteringen en beleidsondersteuning vergen om zijn marktintroductie te vergemakkelijken. Dit wordt ook uiteengezet in het recente VLAIO-studierapport[2] over het koolstofvrij maken van de energie-intensieve industrie in Vlaanderen.

Zowel blauwe als groene waterstof zijn koolstofarme waterstofoplossingen. Daarom moeten beide technologieën gelijk worden behandeld (op basis van technologieneutraliteit), bijvoorbeeld wat betreft hun valorisatie (ETS[3] en REDII[4]), fiscaliteit of projectsteun/-stimulansen. Blauwe waterstof kan zelfs negatieve emissies genereren wanneer het wordt geproduceerd uit (gedeeltelijk) hernieuwbare grondstoffen (biomethaan of bionafta).

Het beleid moet de keuze van oplossingen laten afhangen van de marktprijzen, flexibiliteit bieden voor toekomstige aanpassingen om in te spelen op ontwikkelingen in de technologie en de klimaatwetenschap, de complexiteit en de administratieve kosten tot een minimum beperken, een maximale transparantie bewerkstelligen en een globale deelname bevorderen.

Bovendien zal een Europees virtueel waterstofnetwerk door de mogelijke uitwisseling van certificaten van oorsprong, waarbij de industrieën een evenwicht kunnen vinden tussen een overschot en een tekort aan koolstofarme waterstof, niet gebonden aan fysieke interconnecties, een liquide waterstofmarkt creëren. Dit zal de doelstellingen van de industrie op het gebied van het koolstofvrij maken van de economie helpen verwezenlijken.

Onze aanbevelingen
Samenvattend moet de "koolstofarme" waterstofstrategie voor België op middellange termijn, bij gebrek aan voldoende beschikbare hernieuwbare elektriciteit, rechtstreeks gekoppeld worden aan CCS-projecten die aanzienlijke ondersteuning vereisen om tijdig en op grote schaal te worden gerealiseerd (bv. het Antwerp@C-project dat de industriële cluster van de Antwerpse haven koolstofvrij moet maken) met het oog op de bijdrage tot de Green Deal-doelstelling. 

Wij roepen de Belgische autoriteiten op alle mogelijkheden aan te grijpen om een markt voor waterstof en voor koolstofarme vloeibare brandstoffen te ontwikkelen, met inbegrip van synthetische brandstoffen op basis van waterstof die bijdragen tot de vermindering van de CO2-uitstoot van de transportsector.

Informatie
Belgische Petroleum Federatie
Mail: info@petrolfed.be 
Website:
www.petrolfed.be 
Twitter: @petrolfed

[1] HVO (Hydrotreated vegetable oil) kan de CO2 uitstoot tot 90% verminderen versus conventionele diesel
[2] Naar een koolstof circulaire en CO2-arme Vlaamse industrie, Studie in opdracht van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), november 2020.  Studie uitgevoerd door Deloitte België in samenwerking met VUB-IES, Climact en AMS 
[3] ETS : Emission Trading System 
[4] RED: Renewable Energy Directive